Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 83

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35] [36] [37] [38] [39] [40] [41] [42] [43] [44] [45] [46] [47] [48] [49] [50] [51] [52] [53] [54] [55] [56] [57] [58] [59] [60] [61] [62] [63] [64] [65] [66] [67] [68] [69] [70] [71] [72] [73] [74] [75] [76] [77] [78] [79] [80] [81] [82] [83] [84] [85] [86] [87] [88] [89] [90] [91] [92] [93] [94] [95] [96] [97] [98] [99] [100] [101] [102] [103] [104] [105] [106] [107] [108] [109] [110] [111] [112] [113] [114] [115] [116] [117] [118] [119] [120] [121] [122] [123] [124] [125] [126] [127] [128] [129] [130] [131] [132] [133] [134] [135] [136] [137] [138] [139] [140] [141] [142] [143] [144] [145] [146] [147] [148] [149] [150]

83:1 Een lied, een psalm van Asaf. (83:2) O God! zwijg niet, houd U niet als doof, en zijt niet stil, o God!

83:2 (83:3) Want zie, Uw vijanden maken getier, en Uw haters steken het hoofd op.

83:3 (83:4) Zij maken listiglijk een heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen Uw verborgenen.

83:4 (83:5) Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien, dat zij geen volk meer zijn; dat aan den naam Israels niet meer gedacht worde.

83:5 (83:6) Want zij hebben in het hart te zamen geraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt;

83:6 (83:7) De tenten van Edom en der Ismaelieten, Moab en de Hagarenen;

83:7 (83:8) Gebal, en Ammon, en Amalek, Palestina met de inwoners van Tyrus.

83:8 (83:9) Ook heeft zich Assur bij hen gevoegd; zij zijn den kinderen van Lot tot een arm geweest. Sela.

83:9 (83:10) Doe hun als Midian, als Sisera, als Jabin aan de beek Kison;

83:10 (83:11) Die verdelgd zijn te Endor; zij zijn geworden tot drek der aarde.

83:11 (83:12) Maak hen en hun prinsen als Oreb en als Zeeb, en al hun vorsten als Zebah en als Zalmuna;

83:12 (83:13) Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen.

83:13 (83:14) Mijn God! maak hen als een wervel, als stoppelen voor den wind.

83:14 (83:15) Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt;

83:15 (83:16) Vervolg hen alzo met Uw onweder, en verschrik hen met Uw draaiwind.

83:16 (83:17) Maak hun aangezicht vol schande, opdat zij, o HEERE! Uw Naam zoeken.

83:17 (83:18) Laat hen beschaamd en verschrikt wezen tot in eeuwigheid, en laat hen schaamrood worden, en omkomen;

83:18 (83:19) Opdat zij weten, dat Gij alleen met Uw Naam zijt de HEERE, de Allerhoogste over de ganse aarde.

 

Created with HTMLCompiler by BibleDatabase