Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 6

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35] [36] [37] [38] [39] [40] [41] [42] [43] [44] [45] [46] [47] [48] [49] [50] [51] [52] [53] [54] [55] [56] [57] [58] [59] [60] [61] [62] [63] [64] [65] [66] [67] [68] [69] [70] [71] [72] [73] [74] [75] [76] [77] [78] [79] [80] [81] [82] [83] [84] [85] [86] [87] [88] [89] [90] [91] [92] [93] [94] [95] [96] [97] [98] [99] [100] [101] [102] [103] [104] [105] [106] [107] [108] [109] [110] [111] [112] [113] [114] [115] [116] [117] [118] [119] [120] [121] [122] [123] [124] [125] [126] [127] [128] [129] [130] [131] [132] [133] [134] [135] [136] [137] [138] [139] [140] [141] [142] [143] [144] [145] [146] [147] [148] [149] [150]

6:1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. (6:2) O HEERE, straf mij niet in Uw toorn, en kastijd mij niet in Uw grimmigheid!

6:2 (6:3) Wees mij genadig, HEERE, want ik ben verzwakt; genees mij, HEERE, want mijn beenderen zijn verschrikt.

6:3 (6:4) Ja, mijn ziel is zeer verschrikt; en Gij, HEERE, hoe lange?

6:4 (6:5) Keer weder, HEERE, red mijn ziel; verlos mij, om Uwer goedertierenheid wil.

6:5 (6:6) Want in den dood is Uwer geen gedachtenis; wie zal U loven in het graf?

6:6 (6:7) Ik ben moede van mijn zuchten; ik doe mijn bed den gansen nacht zwemmen; ik doornat mijn bedstede met mijn tranen.

6:7 (6:8) Mijn oog is doorknaagd van verdriet, is veroud, vanwege al mijn tegenpartijders.

6:8 (6:9) Wijkt van mij, al gij werkers der ongerechtigheid; want de HEERE heeft de stem mijns geweens gehoord.

6:9 (6:10) De HEERE heeft mijn smeking gehoord; de HEERE zal mijn gebed aannemen.

6:10 (6:11) Al mijn vijanden zullen zeer beschaamd en verbaasd worden; zij zullen terugkeren, zij zullen in een ogenblik beschaamd worden.

 

Created with HTMLCompiler by BibleDatabase