Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 33

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35] [36] [37] [38] [39] [40] [41] [42] [43] [44] [45] [46] [47] [48] [49] [50] [51] [52] [53] [54] [55] [56] [57] [58] [59] [60] [61] [62] [63] [64] [65] [66] [67] [68] [69] [70] [71] [72] [73] [74] [75] [76] [77] [78] [79] [80] [81] [82] [83] [84] [85] [86] [87] [88] [89] [90] [91] [92] [93] [94] [95] [96] [97] [98] [99] [100] [101] [102] [103] [104] [105] [106] [107] [108] [109] [110] [111] [112] [113] [114] [115] [116] [117] [118] [119] [120] [121] [122] [123] [124] [125] [126] [127] [128] [129] [130] [131] [132] [133] [134] [135] [136] [137] [138] [139] [140] [141] [142] [143] [144] [145] [146] [147] [148] [149] [150]

33:1 Gij rechtvaardigen! zingt vrolijk in den HEERE; lof betaamt den oprechten.

33:2 Looft den HEERE met de harp; psalmzingt Hem met de luit, en het tiensnarig instrument.

33:3 Zingt Hem een nieuw lied; speelt wel met vrolijk geschal.

33:4 Want des HEEREN woord is recht, en al Zijn werk getrouw.

33:5 Hij heeft gerechtigheid en gericht lief; de aarde is vol van de goedertierenheid des HEEREN.

33:6 Door het Woord des HEEREN zijn de hemelen gemaakt, en door den Geest Zijns monds al hun heir.

33:7 Hij vergadert de wateren der zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren.

33:8 Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.

33:9 Want Hij spreekt, en het is er; Hij gebiedt, en het staat er.

33:10 De HEERE vernietigt den raad der heidenen; Hij breekt de gedachten der volken.

33:11 Maar de raad des HEEREN bestaat in eeuwigheid, de gedachten Zijns harten van geslacht tot geslacht.

33:12 Welgelukzalig is het volk, welks God de HEERE is; het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft.

33:13 De HEERE schouwt uit den hemel, en ziet alle mensenkinderen.

33:14 Hij ziet uit van Zijn vaste woonplaats op alle inwoners der aarde.

33:15 Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken.

33:16 Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door grote kracht;

33:17 Het paard feilt ter overwinning, en bevrijdt niet door zijn grote sterkte.

33:18 Ziet, des HEEREN oog is over degenen, die Hem vrezen, op degenen, die op Zijn goedertierenheid hopen.

33:19 Om hun ziel van den dood te redden, en om hen bij het leven te houden in den honger.

33:20 Onze ziel verbeidt den HEERE: Hij is onze Hulp en ons Schild.

33:21 Want ons hart is in Hem verblijd, omdat wij op den Naam Zijner heiligheid vertrouwen.

33:22 Uw goedertierenheid, HEERE! zij over ons; gelijk als wij op U hopen.

 

Created with HTMLCompiler by BibleDatabase