Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Psalmen 81

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20] [21] [22] [23] [24] [25] [26] [27] [28] [29] [30] [31] [32] [33] [34] [35] [36] [37] [38] [39] [40] [41] [42] [43] [44] [45] [46] [47] [48] [49] [50] [51] [52] [53] [54] [55] [56] [57] [58] [59] [60] [61] [62] [63] [64] [65] [66] [67] [68] [69] [70] [71] [72] [73] [74] [75] [76] [77] [78] [79] [80] [81] [82] [83] [84] [85] [86] [87] [88] [89] [90] [91] [92] [93] [94] [95] [96] [97] [98] [99] [100] [101] [102] [103] [104] [105] [106] [107] [108] [109] [110] [111] [112] [113] [114] [115] [116] [117] [118] [119] [120] [121] [122] [123] [124] [125] [126] [127] [128] [129] [130] [131] [132] [133] [134] [135] [136] [137] [138] [139] [140] [141] [142] [143] [144] [145] [146] [147] [148] [149] [150]

81:1 Voor den opperzangmeester, op de Gittith, een psalm van Asaf. (81:2) Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den God van Jakob.

81:2 (81:3) Heft een psalm op, en geeft de trommel; de liefelijke harp met de luit.

81:3 (81:4) Blaast de bazuin in de nieuwe maan, ter bestemder tijd, op onzen feestdag.

81:4 (81:5) Want dat is een inzetting in Israel, een recht van den God Jakobs.

81:5 (81:6) Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;

81:6 (81:7) Ik heb zijn schouder van den last onttrokken; zijn handen zijn van de potten ontslagen.

81:7 (81:8) In de benauwdheid riept gij, en Ik hielp u uit; Ik antwoordde u uit de schuilplaats des donders; Ik beproefde u aan de wateren van Meriba. Sela.

81:8 (81:9) Mijn volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet!

81:9 (81:10) Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.

81:10 (81:11) Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.

81:11 (81:12) Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet gewild.

81:12 (81:13) Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.

81:13 (81:14) Och, dat Mijn volk naar Mij gehoord had, dat Israel in Mijn wegen gewandeld had!

81:14 (81:15) In kort zou Ik hun vijanden gedempt hebben, en Mijn hand gewend hebben tegen hun wederpartijders.

81:15 (81:16) Die den HEERE haten, zouden zich Hem geveinsdelijk onderworpen hebben, maar hunlieder tijd zou eeuwig geweest zijn.

81:16 (81:17) En Hij zou het gespijsd hebben met het vette der tarwe; ja, Ik zou u verzadigd hebben met honig uit de rotsstenen.

 

Created with HTMLCompiler by BibleDatabase