Main Index: Hollands Statenvertaling

 

Hosèa 3

[1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [10] [11] [12] [13] [14]

3:1 En de HEERE zeide tot mij: Ga wederom henen, bemin een vrouw, die, bemind zijnde van haar vriend, nochtans overspel doet; gelijk de HEERE de kinderen Israels bemint, maar zij zien om naar andere goden, en beminnen de flessen der druiven.

3:2 En ik kocht ze mij voor vijftien zilverlingen, en een homer gerst, en een halven homer gerst.

3:3 En ik zeide tot haar: Gij zult vele dagen na mij blijven zitten (gij zult niet hoereren, noch een anderen man geworden), en ik ook na u.

3:4 Want de kinderen Israels zullen vele dagen blijven zitten, zonder koning, en zonder vorst, en zonder offer, en zonder opgericht beeld, en zonder efod en terafim.

3:5 Daarna zullen zich de kinderen Israels bekeren, en zoeken den HEERE, hun God, en David, hun Koning; en zij zullen vrezende komen tot den HEERE en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.

 

Created with HTMLCompiler by BibleDatabase